Metstrade - Superyacht Pavilion | Marstrat

Strategy development Superyacht Pavilion –  Metstrade

Marstrat has supported Metstrade to develop a new strategy and concept for the Superyacht Pavilion. The full implementation is scheduled for the 2025 edition, during which an additional 8,000 square meters will be added to the exhibition.

Since 1987, Metstrade has been the premier marine equipment trade show for the yachting industry. Initially established as the primary business-to-business event for smaller yachts, the Superyacht Pavilion has evolved over the past 15 years into a highly successful alternative for suppliers who may not feel welcome at traditional superyacht shows, such as the one in Monaco.

Broadening the scope

Marstrat partner Hein Velema provided his expertise and network to develop a new strategy aimed at reinforcing the trade show’s position as the leading B2B event in the superyacht industry. Additionally, Marstrat assisted Metstrade in establishing a network of associations to strengthen their ties with the superyacht sector. Based on this new strategy, Marstrat supported Metstrade in broadening the scope of the trade show and exploring new formats to attract diverse target groups.

The result will be a new Superyacht Pavilion in 2025, featuring more than double the floor space and several new exhibitor categories. Visitors will not only have the opportunity to explore the suppliers but also participate in a wide array of new content events, in addition to the revamped Superyacht Forum.

Finish maritime trade mission | Marstrat

Successful Finish maritime trade mission to the Netherlands

The three day Finish maritime trade mission to the Netherlands (October 8-10) proved to be successful. The programme showcased the strong potential for collaboration and business opportunities between the Finish and Dutch maritime clusters. The mission was led by the Finish Minister of Economic Affairs (Wille Rydman) and organised by Marstrat under the banner of Business Finland.


During the trade mission the first steps were taken towards intensified bilateral cooperation (on a political level) in sectors such as shipbuilding, emissions-free maritime technology, and Arctic maritime knowledge. In addition the visit proved to be helpful in generating business leads for the attending companies.

Opportunities for bilateral cooperation and lead generation

The three day programme included an insightful seminar during which Kees van der Staaij, Dimitri van Rijn, and Jeroen de Graaf outlined the maritime strategy of the Netherlands. Minister Wille Rydman and other Finnish representatives (Ambassador Ilkka-Pekka Similä, Tuija Karanko, Dick Heidelberg, and Katja Eriksen) highlighted the expertise that the Finish maritime industry has on offer in the area of innovation and sustainability.


Next to this Minister Rydman emphasised his two key objectives:

  • Enhancing the competitiveness of the European marine industry: By leveraging each country’s strengths, both Finland and the Netherlands aim to improve the overall competitiveness of the European maritime industry. This would involve optimising supply chains, developing cutting-edge technologies, and ensuring that Europe remains at the forefront of maritime innovation.
  • Increasing Supply Chain Independence: Given the global disruptions in supply chains, such collaboration can make European maritime supply chains more resilient, self-reliant, reducing dependency on non-EU suppliers.

To facilitate interactions and generate leads the mission included insightful site visits at Royal IHC, Damen Yachting, Damen Naval, Oceanco and MARIN (Maritime Research Institute Netherlands).

Broader impact

The trade mission underlines the importance of Finland’s and the Netherlands’ commitment to enhancing cooperation in maritime industries. With sustainability, technological innovation, and supply chain resilience being central.

In summary, the mission highlighted the strategic alignment in the areas of maritime technology and sustainability efforts of two leading European maritime nations. Both Finland and the Netherlands stand to benefit from intensified cooperation, sharing expertise to enhance competitiveness in a rapidly evolving global industry.

Marstrat

Marstrat was hired by Business Finland to organise the visit. Marstrat partners Hein Velema and Harry Doze thank Business Finland as well as the Embassy of Finland and all participants for their input and insights.

Community of Practice Noordzee - CoP Noorzee | Marstrat

Interactieve workshop verzekerbaarheid medegebruik windparken op de Noordzee

Op 24 september organiseerde de RVO een themabijeenkomst voor de Community of Practice (CoP) Noordzee in Utrecht. De bijeenkomst stond in het teken van financiering en verzekerbaarheid van medegebruik van windparken op de Noordzee. Marstrat partners Adriaen Winckers en Michiel Spitzer faciliteerden een interactieve workshop over hoe om te gaan met aansprakelijkheden rondom medegebruik.

Tijdens de bijeenkomst presenteerde Adriaen Winckers de uitkomsten van de in april gepubliceerde ‘Rapportage inventarisatie verzekerbaarheid medegebruik van windparken op de Noordzee’. Deze studie heeft Marstrat in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat uitgevoerd.

In de aansluitende interactieve workshop gingen de deelnemers onder leiding van Marstrat verder in op de geadviseerde oplossingsrichting uit de rapportage. Namelijk het ontwikkelen van een standaard raamwerk voor het vastleggen van de wederzijdse verwachtingen met betrekking tot aansprakelijkheden en verzekeringen. Maar ook de verantwoordelijkheden wanneer er in een windpark gewerkt wordt.

Opbrengsten

In de workshop waren CoP deelnemers aanwezig uit de stakeholdergroepen windparkexploitanten, medegebruikers, verzekeringsmakelaars en overheid. De belangrijkste opbrengsten op een rij:

  • De deelnemers onderschreven de adviezen uit het rapport;
  • Tijdens de workshop gingen de verschillende stakeholdergroepen met elkaar in gesprek in een open en constructieve sfeer;
  • Vanuit de stakeholders is er interesse om deel te nemen aan vervolggesprekken om verdere invulling aan de adviezen te geven.

Marstrat blijft de ontwikkelingen rond medegebruik in offshore windparken op zee volgen en (de CoP) waar mogelijk ondersteunen.

CoP Noordzee

De CoP Noordzee is een netwerk van ondernemers, onderzoeksinstellingen, maatschappelijke organisaties en overheden & Topsectoren die de balans tussen energie, natuur en voedsel op de Noordzee wilt versterken en een Duurzame Blauwe Economie stimuleren. De CoP Noordzee wordt gedragen door het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.

Kees van der Staaij | Marstrat

Insightful introduction into the Northern maritime cluster for Kees van der Staaij

On April 8th and 9th, Kees van der Staaij, the cabinet envoy of the maritime manufacturing industry, and his team visited the maritime cluster Groningen. During the visit, that was organised by Marstrat Partner Harry Doze, Van der Staaij got an in depth introduction into the innovative power of the Dutch Northern maritime cluster.

After being welcomed by the King’s Commissioner, René Paas, and the deputy economic affairs Henk Emmens, an interesting discussion arose about process improvement within the maritime sector and how it is tackled in Groningen.

Process improvement and innovation

To deepen the discussion even further, visits were made to Conoship International and Eekels Technology where, in close cooperation with MSN, it was indicated how process improvement and innovation contribute to strengthening the (Northern) maritime cluster.

On 9 April, the first step was a visit to Delfzijl, where the cement carrier built at Royal Bodewes in Hoogezand was impressively handed over to its Taiwanese owner.

Financing sustainable innovations

Then, at Royal Wagenborg, it was time to draw attention to the financing problems at shipyards and suppliers, with specific attention to future sustainable innovations, the expected increase in newbuilding’s and geopolitical developments. Also due to the presence of Atradius and NESEC, this substantive discussion could be held with the parties involved.

The afternoon was concluded by a number of shipowners who, together with the KVNR, also further explored the future challenges in the field of ship financing.

At the end of this visit, it was clear that those involved had been able to clarify the challenges facing the maritime cluster and how the North intends to deal with with them and, of course, what role the maritime agenda can play in this.

Harry Doze, partner at Marstrat and initiator of the Groninger Maritime Board, organised this visit in close consultation with those involved.

Offshore Wind - Marstrat

Marstrat brengt uitdaging rondom verzekerbaarheid medegebruik windmolenparken op de Noordzee in kaart

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) constateerde uitdagingen rondom de verzekerbaarheid van medegebruik van windparken op de Noordzee. Om gedegen inzicht te verkrijgen is Marstrat ingeschakeld om de problematiek in kaart te brengen en advies uit te brengen.

Uit gesprekken van IenW met diverse stakeholders bleek dat het verkrijgen van een verzekering voor aansprakelijkheid voor medegebruik dusdanig ingewikkeld en duur zijn dat het een gezonde business case bemoeilijkt. Om deze situatie naar de toekomst toe mogelijk te verbeteren heeft Marstrat de (vermeende) problemen geïnventariseerd en mogelijke oplossingen in kaart gebracht.

Het advies voor een oplossingsrichting beschrijft het ontwikkelen van een standaard raamwerk voor het vastleggen van de wederzijdse verwachtingen met betrekking tot aansprakelijkheden en verzekeringen, alsook de verantwoordelijkheden wanneer er in een windpark gewerkt wordt.

Medegebruik windenergiegebieden

Eén stuk zee kan op verschillende manieren gebruikt worden. Zelfs tegelijkertijd. Datzelfde geldt voor een windpark. ‘Medegebruik’ is een vorm van meervoudige gebruik dat door de overheid gestimuleerd wordt.

Onder medegebruik in windenergiegebieden (windparken) op zee wordt verstaan activiteiten zoals natuurontwikkeling, passieve visserij, aqua- en maricultuur en andere vormen van duurzame energie zoals zonnepanelen en getijde-energie.

Rapportage

Het rapport “Rapportage inventarisatie verzekerbaarheid medegebruik van windparken op de Noordzee” is opgesteld door Marstrat Partner Adriaen Winckers en is vanaf heden beschikbaar op het Noordzeeloket.

Marstrat - Changing of the guards | Meindert van Genderen | Hein Velema | Jenny Coenen | Martin Bloem | Adriaen Winckers | Michiel Spitzer | Harry Doze

Changing of the guards at Marstrat

The beginning of 2024 marked a significant change at Marstrat. The partnership roles of Martin Bloem and Jenny Coenen ended and have been taken over by Michiel Spitzer and Adriaen Winckers. Spitzer is well-known within Marstrat as he has been cooperating with Marstrat since the establishment of the company. Winckers joined Marstrat in 2022 as Associate Partner.

With this change of the guards Marstrat is strengthening its capabilities and expanding the scope of services within the maritime sector. The compatibility of knowledge of the partners is essential for serving clients in the best way possible.

Both new partners have in-depth knowledge of and a solid background in the maritime industry. Winckers is a Naval Architect, with a proven track record of leadership roles in the maritime and offshore contracting industry. Spitzer has an extensive career in maritime marketing, public relations and public affairs. His experience lies both on the public and private sides of the industry.

High quality services

With the two new partners onboard Marstrat is ready to keep delivering high quality services to its clients. According to Harry Doze : “Although we will miss the close cooperation with Jenny and Martin, we take comfort in knowing that we have found perfect replacement in Michiel and Adriaen which allows us to continue helping clients improve their business.”

Bloem and Coenen have been closely involved with building Marstrat alongside the other partners right from the start in 2015. As of January 1st 2024 Martin Bloem joined Damen Shipyards in a fulltime position as Group Director Corporate Affairs. Jenny Coenen was already a fulltime Lector Sustainable Manufacturing at the The Hague University of Applied Sciences.

Leading both of them to step down as Partner with Marstrat. Martin and Jenny proved to be valuable partners that helped to build the Marstrat brand to what it is today. The Marstrat team is thankful for their dedication and devotion and wishes them success in fulfilling their new ambitions.

SYBAss, IAMI & GUEST launch brand new Yacht Owner Representative Programme

The Superyacht Builders Association (SYBAss) alongside IAMI and GUEST have announced the launch of its pioneering new initiative: the Yacht Owner Representative Programme (YORP). Marstrat partner Hein Velema acts as projectmanager for SYBAss and was closely involved with the development of the initiative.

Aiming to set a new industry standard for the qualification of this profession, the programme has been developed by a team of experienced owner’s representatives and shipyard project managers and is set to launch in July.

All about YORP

YORP is a tailored 4-course programme with specific learning outcomes, developed exclusively for SYBAss which will create a register of certified owner’s representatives. Accredited IAMI GUEST training providers, The Crew Academy and Luxury Hospitality Management, have joined forces to develop the 4 course programme materials.

SYBAss has taken the initiative to create a register of certified owner’s representatives, meaning that an owner is able to select their representative from a qualified group. In order to join the register, it is mandatory to have completed one or more of the YORP courses, depending on an assessment of the experience of the owner’s representative.

Top of its class

The programme is fully-accredited by IAMI under the GUEST Program Accreditation criteria and offers over 200 hours of learning across four courses, covering occupational competencies and the responsibilities which qualify individuals for the role of yacht owner’s representative (YOR).

The four courses encompass the following topics: YOR Role and Responsibility Skills (mandatory), Foundations of a New Build Project, YOR Management and Compliance Obligations and YOR Specialist Project, Legal and Administrations.

Flexible Delivery

In terms of delivery, the programme will be delivered by fully IAMI-approved trainers on a blended basis through various learning platforms. In-person learning will take place at specially-selected SYBAss shipyards with Luxury Hospitality, with live online training delivered by The Crew Academy through their state-of-the-art learning platform.

Learning can be undertaken in three possible ways to suit the preferences of each student: individually, as a combined intensive programme undertaken over a seven-week period, or on a flexible learning basis within two years.

The result? The owner can then select their representative from a qualified group, safe in the knowledge that they will have all of the skills and knowledge they need to truly excel in the role.

Who is YORP for?

YORP is primarily aimed at individuals who are ready to become certified owner’s representatives: captains, engineers, yacht managers, yacht brokers, yacht surveyors, technical consultants and experienced owner’s representatives. The course is also very useful for people who want to understand the role of the owner’s representative, including shipyard project managers, designers, lawyers, crew and family office managers.

Groninger Maritime Board ontvangt Marja van Bijsterveldt

Op 31 mei bracht Marja van Bijsterveldt, op uitnodiging van de Groninger Maritime Board, een werkbezoek aan de noordelijke maritieme cluster. Als maritiem gezant maritieme maakindustrie heeft Van Bijsterveld een belangrijke rol bij de totstandkoming van een breed gedragen sectoragenda voor de maritieme maakindustrie.

Noordelijke maritieme maakindustrie

De Groninger Maritime Board nodigde Van Bijsterveldt uit om in gesprek te gaan met diverse reders, werven, toeleveranciers en het provinciebestuur.

Verschillende ontwikkelingen werden besproken op het gebied van projectfinanciering, verduurzaming en arbeidsmarkt, alle gericht op het toekomstbestendig maken de noordelijke maritieme maakindustrie.

Samenwerking sector en overheid

Als gezant kijkt Van Bijsterveldt onder andere naar verbeterpunten voor de samenwerking tussen de sector en overheid. Marstrat partner Harry Doze, oprichter en secretaris van de Groninger Maritime Board, was tezamen met Netherlands Maritime Technology verantwoordelijk voor de inhoud en organisatie van het werkbezoek.

Klik hier om het meer te lezen over het bezoek op de website van het Dagblad van het Noorden. 

Foto: Netherlands Maritime Technology

Vakopleiding Superjacht Cascobouw - Hein Velema - Marstrat

Hein Velema over de Roadmap Superyacht Delta en de Vakopleiding Superjacht Cascobouw

Recent is Marstrat partner Hein Velema geïnterviewd door de Binnenvaartkrant. In het artikel vertelt Velema meer over de door hem ontwikkelde Roadmap Superyacht Delta en de tot standkoming van de Vaklopleiding Superjacht Cascobouw.

Vakopleiding Superjacht Cascobouw kan starten

In september dit jaar gaat de eerste Vakopleiding Superjacht Cascobouw in de regio Rotterdam en Drechtsteden van start. Het is het resultaat van de samenwerking tussen superjachtbouwers, opleidingsorganisaties en adviescommissie Economic Board Drechtsteden.

Het verhaal van de vakopleiding begint bij de Roadmap Superyacht Delta, die Hein Velema van strategisch maritiem adviesbureau Marstrat in opdracht van de Drechtsteden en regio Rotterdam heeft ontwikkeld. Met een aantal grote bedrijven besprak hij op welke manier de jachtensector in de regio versterkt kon worden. Op de agenda stonden veel onderwerpen en hier zijn een paar concrete projecten uit voortgekomen. Eén daarvan was het realiseren van een vakopleiding voor cascobouwers in de superjachtensector.

Collectieve bedrijfsschool

Drie werven die elkaar gewoonlijk stevig beconcurreren, vonden elkaar bij het realiseren van een vakopleiding: Mercury Yacht Construction (onderdeel van Oceanco), scheepswerf Slob (onderdeel van de Koninklijke De Vries Scheepsbouw/Feadship) en Zwijnenburg Shipyard. 80 procent van de cascobouw concentreert zich in de regio Rotterdam en Drechtsteden en het grootste probleem in deze sector is personeel. Dus waarom geen gezamenlijke collectieve bedrijfsschool realiseren?

Met de cascobouwers aan de ene kant en de Duurzaamheidsfabriek, gelieerd aan het ROC Da Vinci College in Dordrecht, en Metalent aan de andere kant is het programma bedacht. “Vervolgens was het zaak om het commitment van alle partijen vast te leggen”, zegt Hein. Zijn rol bestond uit het bij elkaar brengen van de partijen, het maken van het plan en het vinden van de financiering hiervoor. “Alle partijen hebben het plan ondertekend en garanderen daarmee hun inzet.”

Erkend diploma

De volgende stap is het project ‘uitrollen’ tot een collectieve bedrijfsschool. Japke van Groning is aangesteld als projectleider. Zij heeft ervaring in het opzetten van bedrijfsscholen en doet dit altijd in samenwerking met ROC’s om te zorgen dat de leerlingen na het behalen van hun opleiding een landelijk erkend diploma ontvangen.

Japke: ”De achterliggende vraag hierbij is: hoe zorgen we dat het onderwijsaanbod aansluit bij de beroepspraktijk? Dus hoe krijgen jongeren passend technisch onderwijs en in ons geval: hoe kunnen we de opleiding jachtbouw specifiek maken?”

Metalent zorgt voor de werving van studenten voor deze 3-jarige mbo-opleiding. Door hun contacten met scholen speelt Metalent een belangrijke rol. Zo hebben zij in oktober vorig jaar scholen uitgenodigd om een dagje te komen kijken op de betrokken werven. Hier was veel belangstelling voor.

Leermeesters

Japke: “Bij BBL-opleidingen gaan leerlingen één dag naar school. Bij BBL+-opleidingen is er ruimte voor een dag extra praktijk onder begeleiding van leermeesters in een speciaal daarvoor ingerichte werkplek. Dat wil zeggen dat leerlingen op de lesdagen vaktheorie en algemene vorming krijgen met als extra veel aandacht voor basisvaardigheden die nodig zijn in de jachtbouw, zoals lassen en metaalbewerking.”

“Zo kunnen leerlingen op de deelnemende werven de geleerde vaardigheden direct in de praktijk brengen. Dat is functioneler voor de werven en tegelijkertijd leuker voor de leerlingen.”

De Duurzaamheidsfabriek stelt voor deze lesdagen ruimte beschikbaar. Voor de opleiding zijn twaalf plaatsen beschikbaar. Samen met onder andere het ROC Da Vinci College in Dordrecht wil Japke ervoor zorgen dat leerlingen straks een diploma krijgen dat toegespitst is op de maritieme sector. Wie hiervoor kiest, is verzekerd van een goede opleiding met een specialistisch tintje én daarna van een baan.

Harry-Doze-Marstrat

Harry Doze en Patrick Brouns over versterken Noord Nederlandse maritieme cluster

Recent is Marstrat partner Harry Doze geïnterviewd voor de februari-editie van SWZ Maritime Magazine. In het artikel lichten Doze en Patrick Brouns toe hoe de Groninger Maritime Board bijdraagt aan het versterken van de positie van het Noord-Nederlandse maritieme cluster.

Maritieme industrie in het noorden van cruciaal belang

Met bijna 2500 bedrijven, 8340 directe werknemers en een productiewaarde van ruim 3,5 miljard euro is Noord-Nederland een van de belangrijkste maritieme regio’s in Nederland. Dat zegt Egbert Vuursteen, CEO van Wagenborg, als voorzitter van de Groninger Maritime Board (GMB).

De samenwerking en innovatiekracht die het Noord-Nederlandse cluster al decennia kenmerken, zijn essentieel voor het behoud van de sector en de werkgelegenheid in de regio. In 1952 kwam dit bijvoorbeeld al tot uiting met de oprichting van Conoship, gevolgd door Centraalstaal in 1972. Beide samenwerkingsverbanden, geïnitieerd door de noordelijke werven, werden op basis van strategische inzichten gerealiseerd en hebben geleid tot een ongeëvenaarde voorsprong binnen zowel de scheepsbouw als scheepvaart. Essentieel voor de reders is dat de maritieme keten in het Noorden in stand blijft, niet alleen voor de noodzakelijke innovatiekracht in de keten, maar ook voor het behoud van de werkgelegenheid en samenwerking in de keten,’ aldus Vuursteen. De GMB-voorzitter stelt vast dat de noordelijke maritieme sector het gezamenlijk belang onderkent om samen te werken.

‘De oprichting van de GMB enkele jaren geleden getuigt hiervan. Een gremium waarin vertegenwoordigers uit het maritieme cluster tezamen met de provincie inzichten delen en waar mogelijk gezamenlijk tot initiatieven komen om de positie van de scheepbouw te versterken. Dit heeft inmiddels geleid tot een aantal interessante projecten, zoals het onderzoek hoe sectiebouw met specifieke en gerichte automatisering gerealiseerd kan worden; meer dan vijftig deelnemers van dertig bedrijven hebben in verschillende werkgroepen hun inzichten gegeven over (noodzakelijke) ontwikkelingen,’ zegt Vuursteen.

Green Maritime Coalition

Hij wijst er verder op dat de noordelijke scheepsbouwsector onder aanvoering van Conoship de handen onlangs ineengeslagen heeft in de Green Maritime Coalition, gericht op energietransitie en digitalisering binnen de sector en de regio hetgeen uiteindelijk moet resulteren in een maritiem ecosysteem. Maritieme bedrijven (waaronder reders), toeleveranciers en onderwijsinstellingen bundelen in deze coalitie hun krachten om technieken te ontwikkelen die de CO2-uitstoot van schepen fors verminderen of voorkomen.

‘Gezien de enorme vervangingsmarkt die wordt verwacht binnen de shortsea als gevolg van de energietransitie, leidt dit tot de noodzakelijke veranderingen in de toekomst. Reders spelen een belangrijke rol in deze ontwikkelingen. Overigens mag ook dit initiatief zich verheugen op een grote bereidheid tot samenwerking tussen een groot aantal partijen in Groningen en Friesland,’ stelt Vuursteen vast.

De GMB-voorzitter wijst erop dat reders uiteindelijk direct worden geconfronteerd met de noodzaak tot vergroening en derhalve ook op zoek zijn naar de optimale oplossingen voor hun vloot. Vuursteen: ‘Door met open vizier kennis, inzichten en capaciteiten te delen, worden krachten gebundeld en zullen creativiteit en innovatiekracht resulteren in oplossingen om onze positie in de mondiale scheepsbouw en scheepvaart te behouden en waar nodig te versterken. We verwachten dan ook dat het belang van de maritieme industrie voor Noord-Nederland ook in een breder nationaal verband wordt onderkend, gefaciliteerd en gefinancierd blijft worden.’

Initiatief vanuit provincie

‘Met goed 4200 arbeidsplaatsen is de scheepsbouwsector sec hier in het Noorden na de zorg zelfs de grootste werkgever,’ zegt Patrick Brouns. Als gedeputeerde was hij van 2015-’19 vanuit het provinciebestuur de initiatiefnemer voor de oprichting van de GMB. Brouns (52) kent de maritieme sector erg goed, want van 2005 tot 2013 was hij in dienst van CIG, de Central Industry Group waaronder het Numeriek Centrum Groningen, ontwerpbureau DEKC Maritime en Centraalstaal vielen.

In overleg met Marstrat-consultant Harry Doze werd besloten de GMB op te richten, een overlegorgaan waar informeel de maritieme sector wordt besproken en waarbij versterking van de sector bovenaan staat. Brouns is zelf na zijn afscheid als provinciebestuurder actief als consultant overheidsrelaties-financieringen-subsidies. Het kenmerkende van de maritieme sector in het Noorden is volgens Brouns dat reders, scheepsbouwers en toeleveranciers veel met elkaar samenwerkten en elkaar altijd weer wisten te vinden (zie de oprichting van Conoship in 1952 en Centraalstaal in 1972).

‘Behalve de motoren kun je hier nog steeds alles voor de bouw van een schip vinden met diverse scheepswerven die ook hele verschillende types schepen kunnen bouwen. Ook hebben we hier nog tal van reders.’ Maar toen hij als gedeputeerde Economische Zaken aantrad, merkte hij ook dat de maritieme sector niet echt meer op de radar stond van de provinciale en rijksoverheid. En hij zag ook dat tal van noordelijke reders steeds vaker hun schepen in het buitenland lieten bouwen. Een van de bepalende factoren hierin was volgens Brouns dat er de laatste tien jaar nauwelijks meer baanbrekende innovaties waren geweest.

Kostprijs moet omlaag

Hij liet daarom in 2018 een onderzoek doen door het consultancybureau van het in Rotterdam gevestigde Marstrat. Doze is Marstratpartner, maar woont zelf in Groningen. De belangrijkste conclusie hiervan was dat een deel van de maritieme sector bezig was zijn positie te verliezen, waardoor de benodigde kritische massa voor de maritieme sector in gevaar dreigde te komen. Dit kwam onder andere door reders die in toenemende mate in het buitenland hun schepen bestelden. Een deel van de Nederlandse shortsea-reders wil best op Nederlandse werven bestellen, maar dan moet echt wat aan de kostprijs worden gedaan.

‘De wil tot samenwerking moet echt vanuit het bedrijfsleven zelf komen’

Want die is ten opzichte van het buitenland, vooral Azië, veel te hoog opgelopen. Bouwen in Nederland is al gauw duurder. Tegelijkertijd is er door nieuwe regelgeving, die reders dwingt met schonere schepen te varen, een enorme vervangingsvraag ontstaan. De werven zelf moeten hun productieprocessen innoveren om oplossingen te bewerkstelligen voor de vergrijzing van hun personeelsbestand door bijvoorbeeld verdergaande robotisering. Lassers worden dan operators. Dat vergt andere, extra opleidingen en investeringen in nieuwe apparatuur waarvoor nu vaak geen geld beschikbaar is.

Maar niks doen is geen optie, want dan bestaat de maritieme sector in het Noorden over tien jaar niet meer, stellen Brouns en Doze vast. Ze verwijzen samen naar het voorbeeld van hoe het met de scheepsbouw heel slecht kan aflopen, Duitsland dat naast cruise- en oorlogsschepen vrijwel niets anders meer bouwt. De bouw van multipurpose-vrachtschepen, zware-ladingschepen, tankers, bulk-carriers en containerschepen is nagenoeg volledig overgenomen door de Aziatische concurrentie. ‘Dat is een situatie waar wij dus niet in terecht willen komen’, zegt Doze.

Met elkaar aan boord

Brouns benadrukt dat het niet alleen op de overheid aankomt. ‘Als ondernemingen zelf niet willen, is het zinloos. De wil tot samenwerking moet echt vanuit het bedrijfsleven zelf komen.’ Wat dat betreft
is hij optimistisch omdat zowel reders en werven als toeleveranciers en verzekeraars – ook niet onbelangrijk – nog steeds deelnemen aan de GMB en met elkaar praten. ‘De kracht van de GMB is dat ze met elkaar aan boord zitten,’ benadrukt Brouns. En een van de eerste concrete acties vanuit de GMB was dus een onderzoek naar hoe de kostprijs naar beneden kan met concrete voorstellen.

Hieruit zijn diverse aanbevelingen gekomen zoals het opzetten van een micropanelenstraat. Een ander concreet resultaat is een garantiestelling van de overheid in het Nesecfonds, een fonds dat de financiering van nieuwe schepen beter mogelijk maakt. ‘Dit is een bewijs dat het netwerk nog steeds heel goed functioneert’, aldus Brouns.

Voor de opzet van de micropanelenstraat is het noodzakelijk dat alle werven vergelijkbare engineeringsstandaarden hanteren. Doze: ‘Dat is hier meteen opgepakt wat heeft geleid tot een gestandaardiseerd handboek engineering. Aan de haalbaarheidsstudie voor de micropanelenstraat hebben vijftig man van dertig bedrijven verdeeld over zes werkgroepen meegedaan. Daar moeten die bedrijven dus wel concurrentiegevoelige info voor op tafel leggen en moet je er vertrouwen in hebben dat je concullega’s daar geen misbruik van maken. Maar hier is het dus gelukt. Resultaat daarvan is dat met gezamenlijke sectiebouw 25 tot dertig procent is te winnen, al met al een aanzienlijke besparing.

In het haalbaarheidsonderzoek worden meerdere fases gedefinieerd die uiteindelijk resulteren in de oprichting van een aparte BV voor de productie van de micropanelenstraat waarmee we dus het proces van de sectiebouw aanzienlijk hopen te versnellen.’ Natuurlijk is het de bedoeling dit verder te ontwikkelen naar een volledige sectiebouw.

Gezamenlijk bedrijf

Voor de opzet van die BV neemt de GMB het initiatief. De investering in zo’n fabriek is te hoog voor een apart bedrijf, maar gezamenlijk moet het wel lukken. ‘De winst zit hem in de procesverbetering en logistiek. Door dit in een gezamenlijk bedrijf onder te brengen, heb je met elkaar minder mensen nodig. De werven krijgen dan hun micropanelen kant en klaar aangeleverd waarna ze deze alleen met al dan niet een lasrobot in elkaar kunnen zetten,’ verduidelijkt Doze.

Ex-gedeputeerde Brouns vindt dit ook typerend voor de kracht van de GMB. ‘Er wordt hier gekeken wat er moet worden gedaan en opgelost en begint niet eerst om geld te vragen.’ Ondertussen werkt de GMB aan verbetering van de project-voorfinanciering van de schepen. De GMB is met werven, reders en andere overheden in gesprek over hoe die financiering kan worden verbeterd doordat de overheid, net als in Duitsland en Spanje, garant gaat staan voor de voorfinanciering. ‘We onderzoeken hoe we de verschillende mogelijkheden op één lijn kunnen brengen. Het voordeel van de GMB is dat het een heel dicht netwerk is waarbij iedereen elkaar kent. Het is ook verbazingwekkend hoe elke keer weer blijkt hoe hier meer wordt samengewerkt dan vaak naar buiten toe blijkt,’ zegt Doze.

No-go is geen optie meer

Volgens Doze en Brouns heeft de GMB er in ieder geval voor gezorgd dat alle betrokkenen zich nu bewust zijn van het belang dat de keten in de maritieme industrie in het Noorden in stand blijft. ‘De trein rijdt en een no-go is geen optie meer’, aldus Doze. Alles moet er wat hem betreft op gericht zijn dat de grote vervangingsvraag in de Noord-Europese shortsea, in de droge lading gaat het alleen al om zo’n 200 schepen, zoveel mogelijk terechtkomt bij de Noord-Nederlandse werven en niet dat steeds meer nieuwbouworders naar Aziatische werven gaan, want dat zou de doodsteek zijn voor de hele maritieme industrie in het Noorden.

Bron: SWZ Maritime