SYBAss, IAMI & GUEST launch brand new Yacht Owner Representative Programme

The Superyacht Builders Association (SYBAss) alongside IAMI and GUEST have announced the launch of its pioneering new initiative: the Yacht Owner Representative Programme (YORP). Marstrat partner Hein Velema acts as projectmanager for SYBAss and was closely involved with the development of the initiative.

Aiming to set a new industry standard for the qualification of this profession, the programme has been developed by a team of experienced owner’s representatives and shipyard project managers and is set to launch in July.

All about YORP

YORP is a tailored 4-course programme with specific learning outcomes, developed exclusively for SYBAss which will create a register of certified owner’s representatives. Accredited IAMI GUEST training providers, The Crew Academy and Luxury Hospitality Management, have joined forces to develop the 4 course programme materials.

SYBAss has taken the initiative to create a register of certified owner’s representatives, meaning that an owner is able to select their representative from a qualified group. In order to join the register, it is mandatory to have completed one or more of the YORP courses, depending on an assessment of the experience of the owner’s representative.

Top of its class

The programme is fully-accredited by IAMI under the GUEST Program Accreditation criteria and offers over 200 hours of learning across four courses, covering occupational competencies and the responsibilities which qualify individuals for the role of yacht owner’s representative (YOR).

The four courses encompass the following topics: YOR Role and Responsibility Skills (mandatory), Foundations of a New Build Project, YOR Management and Compliance Obligations and YOR Specialist Project, Legal and Administrations.

Flexible Delivery

In terms of delivery, the programme will be delivered by fully IAMI-approved trainers on a blended basis through various learning platforms. In-person learning will take place at specially-selected SYBAss shipyards with Luxury Hospitality, with live online training delivered by The Crew Academy through their state-of-the-art learning platform.

Learning can be undertaken in three possible ways to suit the preferences of each student: individually, as a combined intensive programme undertaken over a seven-week period, or on a flexible learning basis within two years.

The result? The owner can then select their representative from a qualified group, safe in the knowledge that they will have all of the skills and knowledge they need to truly excel in the role.

Who is YORP for?

YORP is primarily aimed at individuals who are ready to become certified owner’s representatives: captains, engineers, yacht managers, yacht brokers, yacht surveyors, technical consultants and experienced owner’s representatives. The course is also very useful for people who want to understand the role of the owner’s representative, including shipyard project managers, designers, lawyers, crew and family office managers.

Groninger Maritime Board ontvangt Marja van Bijsterveldt

Op 31 mei bracht Marja van Bijsterveldt, op uitnodiging van de Groninger Maritime Board, een werkbezoek aan de noordelijke maritieme cluster. Als maritiem gezant maritieme maakindustrie heeft Van Bijsterveld een belangrijke rol bij de totstandkoming van een breed gedragen sectoragenda voor de maritieme maakindustrie.

Noordelijke maritieme maakindustrie

De Groninger Maritime Board nodigde Van Bijsterveldt uit om in gesprek te gaan met diverse reders, werven, toeleveranciers en het provinciebestuur.

Verschillende ontwikkelingen werden besproken op het gebied van projectfinanciering, verduurzaming en arbeidsmarkt, alle gericht op het toekomstbestendig maken de noordelijke maritieme maakindustrie.

Samenwerking sector en overheid

Als gezant kijkt Van Bijsterveldt onder andere naar verbeterpunten voor de samenwerking tussen de sector en overheid. Marstrat partner Harry Doze, oprichter en secretaris van de Groninger Maritime Board, was tezamen met Netherlands Maritime Technology verantwoordelijk voor de inhoud en organisatie van het werkbezoek.

Klik hier om het meer te lezen over het bezoek op de website van het Dagblad van het Noorden. 

Foto: Netherlands Maritime Technology

Vakopleiding Superjacht Cascobouw - Hein Velema - Marstrat

Hein Velema over de Roadmap Superyacht Delta en de Vakopleiding Superjacht Cascobouw

Recent is Marstrat partner Hein Velema geïnterviewd door de Binnenvaartkrant. In het artikel vertelt Velema meer over de door hem ontwikkelde Roadmap Superyacht Delta en de tot standkoming van de Vaklopleiding Superjacht Cascobouw.

Vakopleiding Superjacht Cascobouw kan starten

In september dit jaar gaat de eerste Vakopleiding Superjacht Cascobouw in de regio Rotterdam en Drechtsteden van start. Het is het resultaat van de samenwerking tussen superjachtbouwers, opleidingsorganisaties en adviescommissie Economic Board Drechtsteden.

Het verhaal van de vakopleiding begint bij de Roadmap Superyacht Delta, die Hein Velema van strategisch maritiem adviesbureau Marstrat in opdracht van de Drechtsteden en regio Rotterdam heeft ontwikkeld. Met een aantal grote bedrijven besprak hij op welke manier de jachtensector in de regio versterkt kon worden. Op de agenda stonden veel onderwerpen en hier zijn een paar concrete projecten uit voortgekomen. Eén daarvan was het realiseren van een vakopleiding voor cascobouwers in de superjachtensector.

Collectieve bedrijfsschool

Drie werven die elkaar gewoonlijk stevig beconcurreren, vonden elkaar bij het realiseren van een vakopleiding: Mercury Yacht Construction (onderdeel van Oceanco), scheepswerf Slob (onderdeel van de Koninklijke De Vries Scheepsbouw/Feadship) en Zwijnenburg Shipyard. 80 procent van de cascobouw concentreert zich in de regio Rotterdam en Drechtsteden en het grootste probleem in deze sector is personeel. Dus waarom geen gezamenlijke collectieve bedrijfsschool realiseren?

Met de cascobouwers aan de ene kant en de Duurzaamheidsfabriek, gelieerd aan het ROC Da Vinci College in Dordrecht, en Metalent aan de andere kant is het programma bedacht. “Vervolgens was het zaak om het commitment van alle partijen vast te leggen”, zegt Hein. Zijn rol bestond uit het bij elkaar brengen van de partijen, het maken van het plan en het vinden van de financiering hiervoor. “Alle partijen hebben het plan ondertekend en garanderen daarmee hun inzet.”

Erkend diploma

De volgende stap is het project ‘uitrollen’ tot een collectieve bedrijfsschool. Japke van Groning is aangesteld als projectleider. Zij heeft ervaring in het opzetten van bedrijfsscholen en doet dit altijd in samenwerking met ROC’s om te zorgen dat de leerlingen na het behalen van hun opleiding een landelijk erkend diploma ontvangen.

Japke: ”De achterliggende vraag hierbij is: hoe zorgen we dat het onderwijsaanbod aansluit bij de beroepspraktijk? Dus hoe krijgen jongeren passend technisch onderwijs en in ons geval: hoe kunnen we de opleiding jachtbouw specifiek maken?”

Metalent zorgt voor de werving van studenten voor deze 3-jarige mbo-opleiding. Door hun contacten met scholen speelt Metalent een belangrijke rol. Zo hebben zij in oktober vorig jaar scholen uitgenodigd om een dagje te komen kijken op de betrokken werven. Hier was veel belangstelling voor.

Leermeesters

Japke: “Bij BBL-opleidingen gaan leerlingen één dag naar school. Bij BBL+-opleidingen is er ruimte voor een dag extra praktijk onder begeleiding van leermeesters in een speciaal daarvoor ingerichte werkplek. Dat wil zeggen dat leerlingen op de lesdagen vaktheorie en algemene vorming krijgen met als extra veel aandacht voor basisvaardigheden die nodig zijn in de jachtbouw, zoals lassen en metaalbewerking.”

“Zo kunnen leerlingen op de deelnemende werven de geleerde vaardigheden direct in de praktijk brengen. Dat is functioneler voor de werven en tegelijkertijd leuker voor de leerlingen.”

De Duurzaamheidsfabriek stelt voor deze lesdagen ruimte beschikbaar. Voor de opleiding zijn twaalf plaatsen beschikbaar. Samen met onder andere het ROC Da Vinci College in Dordrecht wil Japke ervoor zorgen dat leerlingen straks een diploma krijgen dat toegespitst is op de maritieme sector. Wie hiervoor kiest, is verzekerd van een goede opleiding met een specialistisch tintje én daarna van een baan.

Harry-Doze-Marstrat

Harry Doze en Patrick Brouns over versterken Noord Nederlandse maritieme cluster

Recent is Marstrat partner Harry Doze geïnterviewd voor de februari-editie van SWZ Maritime Magazine. In het artikel lichten Doze en Patrick Brouns toe hoe de Groninger Maritime Board bijdraagt aan het versterken van de positie van het Noord-Nederlandse maritieme cluster.

Maritieme industrie in het noorden van cruciaal belang

Met bijna 2500 bedrijven, 8340 directe werknemers en een productiewaarde van ruim 3,5 miljard euro is Noord-Nederland een van de belangrijkste maritieme regio’s in Nederland. Dat zegt Egbert Vuursteen, CEO van Wagenborg, als voorzitter van de Groninger Maritime Board (GMB).

De samenwerking en innovatiekracht die het Noord-Nederlandse cluster al decennia kenmerken, zijn essentieel voor het behoud van de sector en de werkgelegenheid in de regio. In 1952 kwam dit bijvoorbeeld al tot uiting met de oprichting van Conoship, gevolgd door Centraalstaal in 1972. Beide samenwerkingsverbanden, geïnitieerd door de noordelijke werven, werden op basis van strategische inzichten gerealiseerd en hebben geleid tot een ongeëvenaarde voorsprong binnen zowel de scheepsbouw als scheepvaart. Essentieel voor de reders is dat de maritieme keten in het Noorden in stand blijft, niet alleen voor de noodzakelijke innovatiekracht in de keten, maar ook voor het behoud van de werkgelegenheid en samenwerking in de keten,’ aldus Vuursteen. De GMB-voorzitter stelt vast dat de noordelijke maritieme sector het gezamenlijk belang onderkent om samen te werken.

‘De oprichting van de GMB enkele jaren geleden getuigt hiervan. Een gremium waarin vertegenwoordigers uit het maritieme cluster tezamen met de provincie inzichten delen en waar mogelijk gezamenlijk tot initiatieven komen om de positie van de scheepbouw te versterken. Dit heeft inmiddels geleid tot een aantal interessante projecten, zoals het onderzoek hoe sectiebouw met specifieke en gerichte automatisering gerealiseerd kan worden; meer dan vijftig deelnemers van dertig bedrijven hebben in verschillende werkgroepen hun inzichten gegeven over (noodzakelijke) ontwikkelingen,’ zegt Vuursteen.

Green Maritime Coalition

Hij wijst er verder op dat de noordelijke scheepsbouwsector onder aanvoering van Conoship de handen onlangs ineengeslagen heeft in de Green Maritime Coalition, gericht op energietransitie en digitalisering binnen de sector en de regio hetgeen uiteindelijk moet resulteren in een maritiem ecosysteem. Maritieme bedrijven (waaronder reders), toeleveranciers en onderwijsinstellingen bundelen in deze coalitie hun krachten om technieken te ontwikkelen die de CO2-uitstoot van schepen fors verminderen of voorkomen.

‘Gezien de enorme vervangingsmarkt die wordt verwacht binnen de shortsea als gevolg van de energietransitie, leidt dit tot de noodzakelijke veranderingen in de toekomst. Reders spelen een belangrijke rol in deze ontwikkelingen. Overigens mag ook dit initiatief zich verheugen op een grote bereidheid tot samenwerking tussen een groot aantal partijen in Groningen en Friesland,’ stelt Vuursteen vast.

De GMB-voorzitter wijst erop dat reders uiteindelijk direct worden geconfronteerd met de noodzaak tot vergroening en derhalve ook op zoek zijn naar de optimale oplossingen voor hun vloot. Vuursteen: ‘Door met open vizier kennis, inzichten en capaciteiten te delen, worden krachten gebundeld en zullen creativiteit en innovatiekracht resulteren in oplossingen om onze positie in de mondiale scheepsbouw en scheepvaart te behouden en waar nodig te versterken. We verwachten dan ook dat het belang van de maritieme industrie voor Noord-Nederland ook in een breder nationaal verband wordt onderkend, gefaciliteerd en gefinancierd blijft worden.’

Initiatief vanuit provincie

‘Met goed 4200 arbeidsplaatsen is de scheepsbouwsector sec hier in het Noorden na de zorg zelfs de grootste werkgever,’ zegt Patrick Brouns. Als gedeputeerde was hij van 2015-’19 vanuit het provinciebestuur de initiatiefnemer voor de oprichting van de GMB. Brouns (52) kent de maritieme sector erg goed, want van 2005 tot 2013 was hij in dienst van CIG, de Central Industry Group waaronder het Numeriek Centrum Groningen, ontwerpbureau DEKC Maritime en Centraalstaal vielen.

In overleg met Marstrat-consultant Harry Doze werd besloten de GMB op te richten, een overlegorgaan waar informeel de maritieme sector wordt besproken en waarbij versterking van de sector bovenaan staat. Brouns is zelf na zijn afscheid als provinciebestuurder actief als consultant overheidsrelaties-financieringen-subsidies. Het kenmerkende van de maritieme sector in het Noorden is volgens Brouns dat reders, scheepsbouwers en toeleveranciers veel met elkaar samenwerkten en elkaar altijd weer wisten te vinden (zie de oprichting van Conoship in 1952 en Centraalstaal in 1972).

‘Behalve de motoren kun je hier nog steeds alles voor de bouw van een schip vinden met diverse scheepswerven die ook hele verschillende types schepen kunnen bouwen. Ook hebben we hier nog tal van reders.’ Maar toen hij als gedeputeerde Economische Zaken aantrad, merkte hij ook dat de maritieme sector niet echt meer op de radar stond van de provinciale en rijksoverheid. En hij zag ook dat tal van noordelijke reders steeds vaker hun schepen in het buitenland lieten bouwen. Een van de bepalende factoren hierin was volgens Brouns dat er de laatste tien jaar nauwelijks meer baanbrekende innovaties waren geweest.

Kostprijs moet omlaag

Hij liet daarom in 2018 een onderzoek doen door het consultancybureau van het in Rotterdam gevestigde Marstrat. Doze is Marstratpartner, maar woont zelf in Groningen. De belangrijkste conclusie hiervan was dat een deel van de maritieme sector bezig was zijn positie te verliezen, waardoor de benodigde kritische massa voor de maritieme sector in gevaar dreigde te komen. Dit kwam onder andere door reders die in toenemende mate in het buitenland hun schepen bestelden. Een deel van de Nederlandse shortsea-reders wil best op Nederlandse werven bestellen, maar dan moet echt wat aan de kostprijs worden gedaan.

‘De wil tot samenwerking moet echt vanuit het bedrijfsleven zelf komen’

Want die is ten opzichte van het buitenland, vooral Azië, veel te hoog opgelopen. Bouwen in Nederland is al gauw duurder. Tegelijkertijd is er door nieuwe regelgeving, die reders dwingt met schonere schepen te varen, een enorme vervangingsvraag ontstaan. De werven zelf moeten hun productieprocessen innoveren om oplossingen te bewerkstelligen voor de vergrijzing van hun personeelsbestand door bijvoorbeeld verdergaande robotisering. Lassers worden dan operators. Dat vergt andere, extra opleidingen en investeringen in nieuwe apparatuur waarvoor nu vaak geen geld beschikbaar is.

Maar niks doen is geen optie, want dan bestaat de maritieme sector in het Noorden over tien jaar niet meer, stellen Brouns en Doze vast. Ze verwijzen samen naar het voorbeeld van hoe het met de scheepsbouw heel slecht kan aflopen, Duitsland dat naast cruise- en oorlogsschepen vrijwel niets anders meer bouwt. De bouw van multipurpose-vrachtschepen, zware-ladingschepen, tankers, bulk-carriers en containerschepen is nagenoeg volledig overgenomen door de Aziatische concurrentie. ‘Dat is een situatie waar wij dus niet in terecht willen komen’, zegt Doze.

Met elkaar aan boord

Brouns benadrukt dat het niet alleen op de overheid aankomt. ‘Als ondernemingen zelf niet willen, is het zinloos. De wil tot samenwerking moet echt vanuit het bedrijfsleven zelf komen.’ Wat dat betreft
is hij optimistisch omdat zowel reders en werven als toeleveranciers en verzekeraars – ook niet onbelangrijk – nog steeds deelnemen aan de GMB en met elkaar praten. ‘De kracht van de GMB is dat ze met elkaar aan boord zitten,’ benadrukt Brouns. En een van de eerste concrete acties vanuit de GMB was dus een onderzoek naar hoe de kostprijs naar beneden kan met concrete voorstellen.

Hieruit zijn diverse aanbevelingen gekomen zoals het opzetten van een micropanelenstraat. Een ander concreet resultaat is een garantiestelling van de overheid in het Nesecfonds, een fonds dat de financiering van nieuwe schepen beter mogelijk maakt. ‘Dit is een bewijs dat het netwerk nog steeds heel goed functioneert’, aldus Brouns.

Voor de opzet van de micropanelenstraat is het noodzakelijk dat alle werven vergelijkbare engineeringsstandaarden hanteren. Doze: ‘Dat is hier meteen opgepakt wat heeft geleid tot een gestandaardiseerd handboek engineering. Aan de haalbaarheidsstudie voor de micropanelenstraat hebben vijftig man van dertig bedrijven verdeeld over zes werkgroepen meegedaan. Daar moeten die bedrijven dus wel concurrentiegevoelige info voor op tafel leggen en moet je er vertrouwen in hebben dat je concullega’s daar geen misbruik van maken. Maar hier is het dus gelukt. Resultaat daarvan is dat met gezamenlijke sectiebouw 25 tot dertig procent is te winnen, al met al een aanzienlijke besparing.

In het haalbaarheidsonderzoek worden meerdere fases gedefinieerd die uiteindelijk resulteren in de oprichting van een aparte BV voor de productie van de micropanelenstraat waarmee we dus het proces van de sectiebouw aanzienlijk hopen te versnellen.’ Natuurlijk is het de bedoeling dit verder te ontwikkelen naar een volledige sectiebouw.

Gezamenlijk bedrijf

Voor de opzet van die BV neemt de GMB het initiatief. De investering in zo’n fabriek is te hoog voor een apart bedrijf, maar gezamenlijk moet het wel lukken. ‘De winst zit hem in de procesverbetering en logistiek. Door dit in een gezamenlijk bedrijf onder te brengen, heb je met elkaar minder mensen nodig. De werven krijgen dan hun micropanelen kant en klaar aangeleverd waarna ze deze alleen met al dan niet een lasrobot in elkaar kunnen zetten,’ verduidelijkt Doze.

Ex-gedeputeerde Brouns vindt dit ook typerend voor de kracht van de GMB. ‘Er wordt hier gekeken wat er moet worden gedaan en opgelost en begint niet eerst om geld te vragen.’ Ondertussen werkt de GMB aan verbetering van de project-voorfinanciering van de schepen. De GMB is met werven, reders en andere overheden in gesprek over hoe die financiering kan worden verbeterd doordat de overheid, net als in Duitsland en Spanje, garant gaat staan voor de voorfinanciering. ‘We onderzoeken hoe we de verschillende mogelijkheden op één lijn kunnen brengen. Het voordeel van de GMB is dat het een heel dicht netwerk is waarbij iedereen elkaar kent. Het is ook verbazingwekkend hoe elke keer weer blijkt hoe hier meer wordt samengewerkt dan vaak naar buiten toe blijkt,’ zegt Doze.

No-go is geen optie meer

Volgens Doze en Brouns heeft de GMB er in ieder geval voor gezorgd dat alle betrokkenen zich nu bewust zijn van het belang dat de keten in de maritieme industrie in het Noorden in stand blijft. ‘De trein rijdt en een no-go is geen optie meer’, aldus Doze. Alles moet er wat hem betreft op gericht zijn dat de grote vervangingsvraag in de Noord-Europese shortsea, in de droge lading gaat het alleen al om zo’n 200 schepen, zoveel mogelijk terechtkomt bij de Noord-Nederlandse werven en niet dat steeds meer nieuwbouworders naar Aziatische werven gaan, want dat zou de doodsteek zijn voor de hele maritieme industrie in het Noorden.

Bron: SWZ Maritime

Consortium van partners gaat Vakopleiding Superjacht Cascobouw realiseren

Op 15 februari is een belangrijke stap gezet in het veiligstellen van de continuïteit van de Nederlandse superjachtsector en het versterken van de concurrentiepositie van de regionale maritieme cluster. Een consortium van toonaangevende superjachtbouwers, marktpartijen, opleidingsinstellingen en de Economic Development Board Drechtsteden tekende een samenwerkingsovereenkomst voor de gezamenlijke realisatie van de Vakopleiding Superjacht Cascobouw. Dit gebeurde tijdens een bijeenkomst in de Duurzaamheidsfabriek in Dordrecht.

Mercury Yacht Construction (onderdeel van Oceanco), Scheepswerf Slob (onderdeel van Koninklijke De Vries Scheepsbouw/Feadship), Zwijnenburg Shipyard, Metalent, de Duurzaamheidsfabriek en de Economic Board Zuid Drechtsteden zetten hiermee gezamenlijk de schouders onder het aantrekken en opleiden van voldoende vakkundig opgeleid personeel voor de cascobouw. Dit is nodig voor het waarborgen van de toekomstbestendigheid en innovatiekracht van de wereldwijd gerenommeerde superjachtsector.

Werken, opleiden en innoveren

De landelijk erkende BBL opleidingen op mbo-niveau 2 en 3, starten in september van dit jaar. Het curriculum bestaat uit een praktijkgerichte combinatie van leren en werken en is speciaal toegespitst op de verschillende disciplines binnen de cascobouw voor de superjachtsector. Het leerblok bestaat uit twee lesdagen per week (BBL plus) in combinatie met een driedaagse werkweek bij een van de aangesloten bedrijven.

Eén van de wekelijkse lesdagen bestaat uit een schooldag met theorie die aansluit bij de (superjacht)praktijk. De tweede dag vindt plaats in een centrale praktijkomgeving waar leerlingen zich de juiste basisvaardigheden op het gebied van cascobouw eigen maken en kunnen oefenen. Deze insteek en werkwijze waarborgen een optimale aansluiting tussen het onderwijs en de werkpraktijk in de sector.

Toekomstgericht

Het samenwerkingsverband richt zich in eerste instantie vooral op het doordacht opzetten en duurzaam realiseren van de vakopleiding voor cascobouw. Als vervolg hierop zal, in goede afstemming met bedrijven en opleidingsinstanties in de regio de behoefte onderzocht worden om ook andere vakgebieden in de superjachtbouw te bedienen of de opleiding op verschillende niveaus aan te bieden. Potentieel ontstaat hierbij de basis voor een ‘Superyacht Builders Academy’.

Roadmap Superyacht Delta Zuid-Holland

Nederlandse werven maken de beste superjachten ter wereld en leveren een substantiële bijdrage aan de economie in de regio van Rotterdam en de Drechtsteden. Het succes van de sector is daarom van groot belang voor een gezonde en innovatieve regionale maritieme cluster.

Om deze rol te kunnen blijven vervullen is het nodig dat de superjachtsector kan blijven beschikken over genoeg vakkundig opgeleide vakspecialisten. Reden genoeg voor overheid, opleidingsorganisaties en bedrijven om nauw samen te werken bij het aantrekken en opleiden van werknemers. De Vakopleiding Superjacht Cascobouw vloeit voort uit de Roadmap Superyacht Delta Zuid-Holland.

Marstrat

Marstrat partner Hein Velema leidde het proces van het bij elkaar brengen van de coalitie en het opstellen van de samenwerkingsovereenkomst. Daarnaast heeft Marstrat een leidende rol gespeeld bij het opstellen van de projectbeschrijving, het aantrekken van de projectleiders en het vinden van financiering voor het eerste deel.

Adriaen Winckers - Marstrat

Adriaen Winckers joins Marstrat as Associate Partner

Marstrat welcomes Adriaen Winckers as an associated partner. From his background as a Naval Architect, Adriaen developed leadership skills in the maritime and offshore contracting industry. 

Being an independent and strategic thinker, he thinks out-of-the-box with an eye for public relations. He is ready to use his broad knowledge and experience to assist companies in supervisory and advisory roles.

Expanding competitive advantage

The world is rapidly changing around us“, says Adriaen. “Energy transition, big data, stakeholder value, and sustainability reporting have an accelerated influence on companies. Continuing business as usual is no guarantee anymore for a healthy future of an organization. Sometimes a fresh look is needed in order to make the company future-proof. By making clear choices, the compass of the company can be focused on maintaining or expanding its competitive advantage.”

Adriaen’s track record is in maritime and offshore contracting, working at leading companies such as Bluestream Offshore and Smit International. He is capable of translating complex issues around regulations and sustainability/QHSE topics into workable solutions, without losing the business aspects.

Helping clients improve their business

Marstrat Partner Harry Doze: “By joining the team, Adriaen is further strengthening Marstrat’ s knowledge regarding the maritime industry, especially offshore industry, sustainability, and energy transition. The other partners and I are looking forward to team up with Adriaen and help clients improve their business”.

Slimmere Nederlandse scheepsbouw draait vooral om samenwerking

Om slimmer te ontwerpen en produceren in de Nederlandse maritieme maakindustrie, moeten werven, rederijen en ontwerpbureaus vooral samenwerken.

Daar hamerden Arnold de Bruijn (Netherlands Maritime Technology), Maarten Mackaaij (Eriks), Bernardete Castro (Royal IHC) en Harry Doze (Marstrat) onlangs op tijdens het Maritime Innovation Platform in Dordrecht op 9 juni.

Lees verder op Schuttevaer

Slim ontwerpen en produceren op Maritime Innovation Platform

Op 9 juni gaat Marstrat partner Harry Doze in gesprek met Arnold de Bruijn (Netherlands Maritime Technology) en Maarten Mackaaij (ERIKS Nederland) over slim ontwerpen en produceren. Dit doen zij onder leiding van Lerry Overgaauw (Smart Delta Drechtsteden) tijdens een aparte deelsessie tijdens het Maritime Innovation Platform in Dordrecht.

Niet alleen de bouw en het onderhoud van schepen onder controle houden maar ook sneller, efficiënter en duurzamer. Dit kan door het ontwerp- en productieproces te digitaliseren en te robotiseren. Hoe begin je ermee? En wat is de ervaring van scheepsbouwers met maritieme automatisering? Deze vragen komen allemaal aan bod.

Met het Maritime Innovation Platform zetten Netherlands Maritime Technology en Weekblad Schuttevaer in op het verhogen van de zichtbaarheid en het verstevigen van de marktpositie van de Nederlandse maritieme sector.

Daarnaast verbindt het platform de maakindustrie met afnemers: reders, schippers, binnenvaartondernemers, vervoerders, bevrachters, havens, terminals, etc. Honderden professionals ontmoeten elkaar en hebben uitgebreid de gelegenheid om innovaties en producten te presenteren.

Roadmap Superyacht Delta - Marstrat - Hein Velema

Roadmap Superyacht Delta van start

Op donderdag 30 maart presenteerde Marstrat partner Hein Velema de door Marstrat ontwikkelde Roadmap Superyacht Delta aan de betrokken Zuid-Hollandse superjachtbouwers en publieke partners.

De roadmap biedt handvatten voor het versterken van de regionale maritieme cluster via een op de superjachtsector toegespitst programma.

Tijdens de bijeenkomst bij Zwijnenburg in Capelle aan den IJssel werden de betrokken partijen het eens over de volgende actielijnen: procesinnovatie, verduurzaming en human capital.

Duurzame toekomst

De projecten uit de roadmap bestaan uit drie lijnen: slimme cascobouw, duurzame refits en digitale standaarden. Doordat de marktpartijen zich hiervoor in willen zetten worden doelgerichte stappen gezet naar het realiseren van een duurzame toekomst.

De superjachtsector is het paradepaard van de regio. De sector bloeit en loopt voorop met innovatie en duurzaamheid. Daarmee fungeert de sector als aanjager van gehele maritieme sector.


De roadmap is ontwikkeld in opdracht van Deal Drechtsteden, Gemeente Rotterdam, Port of Rotterdam en de brancheorganisaties NMT en Holland Yachting Group.

Lees meer op de website van Deal Drecht Cities.

Intreerede Jenny Coenen, lector Smart Sustainable Manufacturing

Marstrat partner Jenny Coenen is sinds 1 januari 2021 lector Smart Sustainable Manufacturing aan De Haagse Hogeschool. Op 8 juni 2022 (13.00 – 18.30) houdt zij haar intreerede ‘Kunnen wij het maken?’

Relatief kleine, gespecialiseerde bedrijven in de maakindustrie hebben behoefte aan flexibele assemblageprocessen en productielogistiek. Digitalisering biedt veel mogelijkheden om productieprocessen efficiënter en duurzamer te maken, innovatieve producten te fabriceren en over te schakelen op andere businessmodellen. Dit moet dan wel werken voor kleine series en enkelstuks. 

‘Kunnen wij het maken?’ verwijst naar onderliggende vragen over: ‘Hoe beheersen we risico’s in complexe maakprocessen?’, ‘Hoe werken we samen in de keten?’ (bijvoorbeeld door ‘Factory-as-a-Service’) en ‘Wat moeten huidige en toekomstige engineers weten over ‘Industry 4.0’ en circulaire maakindustrie?’ 

Jenny legt graag uit hoe ze samen met haar docent-onderzoekers aan de slag gaat om voor u een antwoord te vinden op deze vragen, door middel van cocreatie met de beroepspraktijk en het onderwijs in het Re/manufacturing lab. 

Het lectoraat maakt deel uit van het kenniscentrum Digital Operations and Finance en valt onder de faculteit Technologie, Innovatie & Samenleving. De intreerede van Jenny Coenen wordt gecombineerd met die van Steven van den Berg, lector Fotonica.

Bekijk het volledige programma op de website van De Haagse Hogeschool